Stilte na de storm

Op weg naar wijsheid is het tweede getijdenboek van de Walk of Wisdom. Het bundelt een aantal ervaringen van de 12.000 pelgrims die de afgelopen zeven jaar de tocht hebben gelopen. Speciaal voor het boek vroeg de organisatie van de Walk of Wisdom inspirerende mensen om ook te lopen en mee te schrijven. De verhalen worden afgewisseld met met kunst en poëzie. Roanne van Voorst is een van de schrijvers die de tocht liep.

“Het is tijd om te evolueren” – concludeerde Roanne in haar boek Ooit aten we dieren. Ze wilde niet langer meedoen aan een voedselsysteem waarvoor elk jaar 65 miljard dieren worden gedood na een kort en vaak miserabel leven. Haar persoonlijk en grappig onderzoeksverslag naar een vegan leefstijl raakte ons.

pelgrim 11463

De eerste uren op mijn pelgrimspad bedacht ik aan de lopende band plannen voor mijn schrijven, mijn onderzoek, mijn relatie, mijn gezin, een nieuwe podcastserie, een krantenartikel: mijn huidige leven. Dat was niet de bedoeling. Uit dat leven was ik nu juist voornemens wég te lopen – voor heel even maar, zolang als het pad duurde. Ik koesterde de diepe wens om, middels fysieke inspanning, mentaal uit te kunnen rusten, hoopte tegelijkertijd ook dat die rust me naar belangrijke zelfinzichten zou leiden.

Voor dergelijke inzichten had ik de afgelopen jaren geen tijd en ruimte gehad, of zo voelde dat tenminste: ik was zwanger geraakt, ging in dezelfde tijd bij een universiteit weg en begon aan een andere, publiceerde over mijn werk in kranten, beviel van een dochtertje, won een onderzoeksbeurs, verhuisde, voedde mijn baby eerst eindeloos met melk en daarna met geprakte banaan en zoete aardappel, schreef een nieuw boek en vierde de internationale publicatie van een ander. Ik was, kortom, uitgeput. Te moe om nieuwe denklijnen te ontwikkelen; eigenlijk überhaupt te moe om na te denken over zaken die verder reikten dan wat diezelfde dag écht moest gebeuren – een schrijfdeadline halen, een studentenpaper becijferen, een lezing voorbereiden, de boodschappen doen.

walk of wisdom
Afbeelding: Paul Spierings

Mist

In het Engels spreekt men, vooral in de context van jonge moeders die door slapeloosheid én hormonale veranderingen zo vergeetachtig raken dat ze zich zelfs hun pincode of telefoonnummer niet meer kunnen herinneren, wel van een ‘foggy brain’: een mistig brein. Dat mistige brein had ik ook – de pinpas was al eens geblokkeerd en vervangen al kwam dat in mijn optiek niet alléén door het moederschap: zoals vrijwel iedereen in de stad was ook mijn gehele volwassen leven in de greep geweest van de kloktijd, had ik mijn leven net zo lang om een digitale agenda heen geplooid tot de rek eruit leek. Agenda vol, hoofd vol.

Nieuwe uitzichten gaan vaak gepaard met nieuwe inzichten

Deze Walk of Wisdom zou me helpen om door de mist in mijn brein te kijken naar wat er verderop in dit leven voor me besloten zou kunnen liggen: voorbij het pelgrimspad wilde ik denken, voorbij de verstoorde nachten van de babytijd, ja, zelfs voorbij het komende academische jaar en al die dingen die er de komende dagen, weken en maanden nog geregeld moesten worden.

Nieuwe uitzichten gaan vaak gepaard met nieuwe inzichten, wist ik van eerdere reizen, al helemáál als die nieuwe uitzichten bereikt worden middels een wandeling – een trage cadans die rust brengt in de duizelingwekkende snelheid van ons leven, en daarmee ook in de wirwar van gedachten en gevoelens. Friedrich Nietzsche beweerde niet voor niets dat er zonder beweging geen nieuw denken zou kunnen ontstaan; ik hoopte met name dat ik, tijdens dit wandelen, heldere inzichten zou krijgen over langere-termijn perspectieven: dat ik aan het eind van mijn tocht zou weten waar ik over vijf of tien jaar wilde zijn, wat voor boeken ik de komende tijd nog moest schrijven, hoe ik de rest van mijn werkende leven wilde indelen, waar ik mijn tijd aan wilde besteden – en waaraan niet.

Denkpatronen

De zestiende-eeuwse denker Michel de Montaigne, die zelf graag reisde en die reizen gebruikte om te filosoferen over de maatschappij en zijn eigen leven, meende dat het vertrekken van daar waar je gewend bent te zijn, ons kan helpen om op nieuwe manieren na te denken. Denken richt zich volgens hem niet op dat, wat al gedacht is, maar juist op datgene wat nog niet onder woorden gebracht is. Trek de bekende voordeur achter je dicht, begin aan een ongekend pad, stelt de Montaigne, en je laat niet alleen de dagelijkse sores achter, maar ook de vaste overtuigingen en denkpatronen.

Dat wilde ik ook, maar het tegenovergestelde gebeurde.

Met iedere stap die ik zette, werd het beeld van thuis helderder, kreeg ik mijn weekagenda scherper in zicht. Mijn gedachten leidden me onverbiddelijk terug naar daar waar mijn kantoor was, naar daar waar mijn kind haar beentjes om mijn heup klemde, naar daar waar er nodig een gesprek moest worden gevoerd met een student; naar daar, waar ik steevast zoveel meer wilde doen, dan me lukte.

walk of wisdom
Afbeelding: Marja Hakkoer

Storm

Ik was de Walk of Wisdom begonnen in de nasleep van een storm die over het land trok. De dag ervoor, vlak nadat ik met de trein in Nijmegen aankwam, vielen er straatuithangborden op de straattegels kapot, haalden bezorgde café-eigenaren omgevallen stoelen van het terras – eentje waaide weg, voor hij tegengehouden kon worden, zo het stadswater in.

Ik sliep licht, die nacht, werd telkens gewekt door een suizende wind, en begon aan de wandeling op een dag waarvoor nog steeds windstoten van schaal tien werden voorspeld. Dat beviel me wel: de storm zou de deadlines wel uit mijn hoofd blazen; en dan ook maar gelijk het knagende schuldgevoel over de nachtelijke flesjes melk die mijn partner de afgelopen uren aan ons dochtertje had gevoerd, zonder dat onze handen daarna in bed in elkaar zouden grijpen, zoals we normaliter plachten te doen in een woordeloos gebaar van dankbaarheid: fijn dat jij er deze keer uitging, betekent die hand, straks doe ik het.

Maar net zoals veel mensen de eerste dagen van hun geplande strandvakantie dwangmatig hun E-mails blijven checken, bleven mijn hersenen in de bossen en weilanden die ik passeerde, habitueel anticiperen en agenderen. Pas na ruim vier uur wandelen werd het slurpende geluid van de modder die mijn schoenzolen naar beneden trok, te hard om mijn eigen gedachten nog te kunnen verstaan. Daarvoor flapperde mijn regenjas trouwens ook te luid in de wind.

Leeg

De rest van de uren en dagen die volgden, hoorde ik alleen mezelf ademen. Ik keek naar wuivende boomtoppen, klom over gevallen takken en dacht aan niets anders dan de volgende kilometer. Ook dus niet aan dat langetermijn perspectief. Ik had voor mijn wandeltocht een notitieboekje in mijn binnenzak gestoken met daarbij mijn lievelingspen – onderweg of na het lopen wilde ik het boekje vullen met levensveranderende inzichten. Het boekje bleef grotendeels leeg. In de hotelkamers en gasthuizen waar ik aan het eind van mijn wandeldagen verbleef, vulde ik mijn tijd met het uithangen van mijn verregende jas, het drogen van mijn doorweekte schoenen voor een radiator, het masseren van mijn koud geworden, verkrampte voeten, het staren uit ramen naar nat-glanzende straten. Ik at een reep chocola op bed, bladerde wat door het notitieboekje, en vroeg me af of ik nog op wilde staan om mijn tanden te poetsen, of dat ik het gewoon eens niet zou doen. Daarna viel ik in een te diepe slaap.

Waar het vóór de wandeling te vol en mistig was geweest in mijn hoofd om na te kunnen denken over dat wat belangrijk is, maar niet urgent; was ik nu fysiek te moe om hetzelfde te doen. Kwam ik aan bij mijn eindpunt voor die dag, dan lukte het me om de wandelkaart uit de plastic hoes te halen en op een veilige, droge plek te leggen; mijn in plastic zakken verpakte kleding uit de rugtas te halen en een plan te bedenken voor avondeten – daarna resteerden er stilte en leegte. In het notitieboekje schreef ik alleen wat herinneringen op, over de wandeldag die, eenmaal met droge haren en gevulde maag, alweer zo lang geleden leek.

Ik beschreef het uur waarop ik over een smal pad liep, dat dwars door de weilanden liep, met aan weerszijden een sloot en om mijn oren zulke harde wind, dat ik tot twee keer op mijn hurken moest gaan zitten wachten om te voorkomen dat ik het water in geblazen zou worden. Er was een scène die het moment dat ik het pad kwijt raakte beschreef: zoals het op de wandelkaart omschreven stond, moest ik rechtdoor een bospad in, maar ik ontdekte dat er niet langer een doorgang bestond nadat er een gigantische boom was omgevallen, de wortelkluiten wezen mijn kant uit, de stam bedekte het voormalige pad. Er waren, in mijn notitieboekje, hagelsteentjes die in mijn wangen sneden; het gefluit van de vogels bij de eerste, onverwachte zonnestraal; er was een gebedshuisje waar het me niet lukte een kaars aan te steken omdat mijn vingers daarvoor te verkleumd waren; het pannenkoekenhuis dat exáct op het juiste moment, op de juiste plaats bleek te bestaan. De warme tomatensoep, het koekje bij de koffie, de druipende regenjas op een tafeltapijt.

walk of wisdom
Afbeelding: Paul Spierings

Inzichten

In de trein terug, onderweg naar mijn leven thuis, bladerde ik het boekje door. De beschrijvingen toonden een wandelaar die onder de indruk was geweest van het natuurgeweld om zich heen, die intens had genoten van de fysieke uitdaging, van het doorzetten, van de schoonheid van de natuur, de vriendelijke kletspraatjes onderweg met hoteleigenaren en obers in dorpskroegen. De schrijfsels waren best aardig, oordeelde ik bij het teruglezen, beeldend ook, mijn uitgever zou er wellicht een boek inzien, of een essay – maar als ik eerlijk was, stelden de schrijfsels me vooral teleur. Was dit nu mijn oogst na dagen in mijn eentje onderweg te zijn geweest als moderne pelgrim; was dit nu de visie die mijn toekomst moest bepalen? Het kwam me toe alsof ik deze kans had opgepakt maar niet ten volste had benut, alsof ik slechts een deel van de opdracht had volbracht – misschien niet het belangrijkste deel.

Was dit nu de visie die mijn toekomst moest bepalen?

De opluchting volgde, opmerkelijk genoeg, in het drukbezette leven thuis – daags na de storm, daags na de wandeling. De wandelkleren hingen aan de drooglijn, de spierpijn was bijna niet meer voelbaar, de baby riep om haar speentje, maar ik gaf het haar pas toen ik een zin afmaakte in het notitieboekje. Tien minuten eerder was me ineens een gedachte ingevallen, die me nog onaf leek, maar desondanks bruikbaar – ik was iets op het spoor, en terwijl ik begon te schrijven, begreep ik ineens dat stiltewandelen geen directe route biedt naar nieuwe inzichten, maar wel een indirecte. De wandeling biedt niet het antwoord op levensvragen, maar is als vruchtbare grond. Die moet er éérst zijn, voor er iets nieuws kan ontspruiten. Mijn hoofd moest éérst leeg zijn, voor er nieuwe zaadjes geplant kunnen worden. De wandeling zorgde niet voor inspiratie, maar voor de leegte die de voorwaarde is voor nieuwe ideeën. Nieuwe boekideeën, nu nog zaailingen, zullen spoedig ontstaan, wist ik op dat moment; nieuwe argumenten voor een academische gedachtegang zullen zich openbaren, belangrijke beslissingen over wat wel, en wat niet te doen in dit leven zullen worden genomen. Maar nu mochten ze nog even blijven zitten waar ik ze vooralsnog niet kan vinden: een stilte voor de storm, in een stilte na de storm.

walk of wisdom

advertentie

Op weg naar wijsheid is het tweede getijdenboek van de Walk of Wisdom. Van dit getijdenboek is het eerste hoofdstuk al te koop, in de vorm van een e-boek (pdf).

Met de koop van dit eerste hoofdstuk bij de Walk of Wisdom lever ook jij een bijdrage aan de totstandkoming van het nieuwe getijdenboek.

walk of wisdom
Scroll naar boven